![]() |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Installatie Doucheruimte layout
Afvoercapaciteit van
|
Bij de keuze voor een doucheafvoer in de vloer moet rekening worden gehouden met de hoeveelheid af te voeren water. Deze wordt bepaald door de maximale capaciteit van de toegepaste douchegarnituur en watervoorziening (douchekop, (thermostaat)kraan, boiler/ketel). Een gemiddelde waarde voor de hoeveelheid af te voeren water in een douche is 0,15 l/s, en 70% van de douchekoppen zal niet meer dan 0,3 l/s leveren. De NEN-EN 1253-1 bepaalt dat de minimale capaciteit van een vloerafvoerput/goot met een Ø 50 aansluiting, 0,8 l/s moet zijn. Deze waarde wordt echter bepaald bij een wateropstand van 20 mm boven het rooster (zie figuur onder). Bij afvoerputten met een 4-zijdig afschot in de vloer is dit theoretisch mogelijk, maar | praktisch (zeker in sanitaire ruimtes) niet wenselijk. In deze brochure wordt daarom voor douche-goten/putten verwezen naar drie waarden voor de afvoercapaciteit; De capaciteit, in het geval van plaatsing van een douchegoot tegen de achterwand, is hoger dan bij plaatsing in de entree. |
![]() |
|||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Afvoercapaciteit getest volgens NEN-EN 1253-1 ![]() |
Installatie tegen de achterwand (5 mm wateropstand) ![]() |
Installatie bij entree (zonder overschietend water) ![]() |